Vandaag heeft de Rijksoverheid de maximale huurverhoging voor 2026 gepubliceerd. De huurprijzen mogen in alle sectoren (de sociale sector, middenhuur en de vrije sector) geïndexeerd worden. Hieronder vind je een overzicht van de maximale huurverhogingen per segment:
- Sociale huur: maximaal 4,1%
- Middenhuur: maximaal 6,1%
- Vrije sector: maximaal 4,4%
Sociale huur: maximale huurverhoging van 4,1%
In de sociale huursector gaat de huurverhoging in per 1 juli 2026. Tot die datum blijft het maximale verhogingspercentage van 5% gelden, zoals vastgesteld voor 2025. Vanaf 1 juli 2026 wordt de maximale huurverhoging bepaald op basis van de gemiddelde inflatie over de afgelopen drie jaar, vermeerderd met 0,5%. Over de periode van december 2022 tot en met december 2025 bedroeg deze gemiddelde inflatie 3,6%. Dit betekent dat de maximale jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2026 uitkomt op 4,1%. Dit percentage geldt tot 1 juli 2027.
Dit geldt ook voor studentenkamers, woonwagens en standplaatsen. Vanaf 1 juli 2026 is de maximale huurverhoging 4,1.
Middenhuur: maximale huurverhoging van 6,1%
In de middenhuursector mag de huur op grond van de wet worden verhoogd met maximaal de CAO-loonontwikkeling plus 1%. Doordat de lonen dit jaar sterker zijn gestegen dan de inflatie, ligt de toegestane huurverhoging in het middensegment hoger dan in de vrije sector. Over de periode van december 2024 tot en met december 2025 bedroeg de CAO-loonontwikkeling 5,1%. Met de wettelijke opslag van 1% komt de maximale huurverhoging voor 2026 daarmee uit op 6,1%.
Vrije sector: maximale huurverhoging van 4,4%
In de vrije sector mag de huurverhoging volgens de wet worden gebaseerd op óf de inflatie óf de CAO-loonontwikkeling. Het laagste van deze twee percentages is leidend, waarna de verhuurder daar maximaal 1% bij mag optellen. In de periode van december 2024 tot en met december 2025 lag de gemiddelde inflatie met 3,4% lager dan de loonontwikkeling van 5,1%. Met de wettelijke opslag van 1% resulteert dit in een maximale huurverhoging van 4,4%. Deze maximale verhoging is van toepassing op alle zelfstandige woningen in de vrije sector, waaronder eengezinswoningen, studio’s en appartementen, evenals op ligplaatsen voor woonboten.
Lagere huurverhoging mogelijk
De genoemde percentages zijn maximale grenzen. Een hogere huurverhoging is niet toegestaan, maar een lagere verhoging of het ongewijzigd laten van de huurprijs wel. In de sociale huursector ontvangt de huurder een voorstel tot huurverhoging van de verhuurder, waarbij ook een lager percentage dan het maximum kan worden gehanteerd.
Voor woningen in de middenhuur en vrije sector is de daadwerkelijke huurverhoging afhankelijk van wat in de huurovereenkomst is vastgelegd. Is daarin een lager percentage afgesproken, dan geldt dat lagere percentage. Staat er een hoger percentage vermeld, dan mag de huur alsnog niet meer stijgen dan het wettelijk vastgestelde maximum. Dit geldt ook wanneer eerder een hogere verhoging is overeengekomen, bijvoorbeeld in verband met verduurzaming van de woning.
Tot slot mag een huurverhoging maximaal één keer per jaar worden doorgevoerd.
Bron: Rijksoverheid

