Vanaf 1 januari 2021 is de gemeente Rotterdam begonnen met het invoeren van een vergunning voor verhuurders van woningen. Dit betekent dat het voor die betreffende woningen verplicht is om een verhuurdersvergunning aan te vragen. De gemeente Rotterdam heeft hiervoor gekozen zodat er een einde gemaakt kan worden aan misstanden op de particuliere verhuurmarkt in Rotterdam.
In eerste instantie betreft het een pilot in de wijk Carnisse. In deze wijk heeft de gemeente geconstateerd dat er veel problemen zijn. Wanneer blijkt dat deze pilot een succes is zal de gemeente Rotterdam deze vergunning stadsbreed inzetten.
Woningmarkt
De gemeente Rotterdam heeft geconstateerd dat op verschillende plekken in de stad het niet goed gaat op de woningverhuurmarkt. Er is sprake van overbewoning, intimidatie, woon- en adresfraude, discriminatie, woonoverlast en in sommige gevallen zelfs uitbuiting van huurders. Ook kan er sprake zijn van illegaal gebruik van een woning, bijvoorbeeld door hennepteelt of prostitutie. De gemeente Rotterdam constateert dat in veel gevallen de mensen maar kort in deze woningen verblijven waardoor de sociale binding en veiligheid in een wijk achteruit gaat.
Misstanden voorkomen
Door het invoeren van een verhuurdersvergunning hoopt de gemeente Rotterdam misstanden op de verhuurmarkt te voorkomen. Als eerste krijgen verhuurders van woningen waar al eerder misstanden zijn vastgesteld een waarschuwing. Wanneer je als verhuurder een waarschuwing hebt ontvangen krijg je de kans om de misstanden alsnog op te lossen.
Lost de verhuurder uiteindelijk de misstanden niet op? Dan zal de gemeente Rotterdam de woning aanwijzen en dien je als verhuurder de verhuurdersvergunning aan te vragen. In dat geval mag de woning niet verhuurd worden zonder verhuurdersvergunning. Wanneer de verhuurder een verhuurdersvergunning krijgt, dan zal de gemeente Rotterdam controleren op naleving van de voorwaarden. Indien de voorwaarden niet juist worden nageleefd zal de gemeente lasten onder dwangsom opleggen, deze beginnen vanaf €10.000,-. Helpt ook dat niet? Dan kan je als verhuurder de verhuurdersvergunning kwijtraken waardoor je de woning niet langer mag verhuren.
Antwoorden op veel gestelde vragen omtrent de verhuurdersvergunning
De gemeente kan een woning aanwijzen als bijvoorbeeld het verhuren van de woning schadelijk is voor de leefbaarheid, volksgezondheid, openbare orde en veiligheid, welzijn van huurders of als er strafbare feiten in de woning zijn gepleegd.
Wordt de vergunning geweigerd, dan mag de verhuurder de woning niet meer verhuren. Er zijn dan twee mogelijkheden:
Situatie 1: De verhuurder stopt met verhuren. Heeft een huurder een tijdelijk contract, dan is er geen probleem. Aan het eind hiervan verlaat hij de woning. Bij een doorlopend contract is dit anders. Een geweigerde vergunning is geen juridische reden voor de verhuurder om de huurovereenkomst op te zeggen. De gemeente probeert de verhuurder de woning te laten verkopen. De nieuwe eigenaar neemt het huurcontract dan over en moet wel een verhuurdersvergunning aanvragen omdat de woning is aangewezen.
Situatie 2: De verhuurder blijft de woning zonder vergunning verhuren. De gemeente legt dan lasten onder dwangsom op. Betaalt de verhuurder die niet, dan legt de gemeente beslag op de woning. Deze gaat dan naar de veiling. De koper moet wel een verhuurdersvergunning aanvragen als hij de woning wil gaan verhuren, omdat de woning is aangewezen.
Situatie 1: De verhuurder stopt met het verhuren van de woning.
- De huurder heeft een tijdelijk contract. De huurder verlaat de woning aan het eind van het contract. De eigenaar mag de woning niet aan een nieuwe huurder verhuren.
- De huurder moet van verhuurder woning uit, maar wil dit niet want hij heeft een doorlopend contract. Die gemeente probeert dit te voorkomen door te bemiddelen. De gemeente vertelt de huurder wat zijn rechten zijn, die kan ook rechtsbijstand aanvragen.
- De huurder heeft een doorlopend contract, maar vindt goed dat het contract stopt. De huurder zoekt zelf een nieuwe woning en verhuist. De eigenaar mag de woning niet aan een nieuwe huurder verhuren.
- De verhuurder verkoopt de woning. Als de huurder een doorlopend contract heeft, loopt dit door. De huurder kan blijven wonen. De koper moet wel een verhuurdersvergunning aanvragen omdat de woning is aangewezen.
Situatie 2: De verhuurder blijft de woning zonder vergunning verhuren. Ook betaalt hij de dwangsom die de gemeente oplegt niet. De gemeente legt dan beslag op de woning en verkoopt die op de veiling.
- De huurder moet van de verhuurder de woning uit, maar wil dit niet want hij heeft een doorlopend contract. De gemeente probeert uitzetting te voorkomen door te bemiddelen.
- De huurder heeft een doorlopend contract, maar vindt het goed dat het contract stopt. De huurder zoekt zelf een nieuwe woning en verhuist. De eigenaar mag de woning niet aan een nieuwe huurder verhuren.
- De verhuurder verkoopt de woning. Als de huurder een doorlopend contract heeft, loopt dit door. De huurder kan in de woning blijven wonen. De koper moet wel een verhuurdersvergunning aanvragen, omdat de woning is aangewezen.